-
1 zich voornemen
гл.общ. иметь намерение, намереваться, затеять (что-л.) -
2 voornemen, zich
-
3 иметь намерение
vgener. toedenken (дать, подарить и т.п.), voorhebben, 't voornemen koesteren, (какое-л.) (iets) in zijn wapen voeren, bedacht zijn op, zich voornemen -
4 намереваться
vgener. voornemen, bedoelen, beogen, menen, op het punt staan, van plan zijn, voorhebben, voornemens zijn, willens zijn, zich voornemen -
5 затеять
vgener. zich voornemen (что-л.) -
6 собираться
vgener. voornemen, vergaderen, zich opmaken, scholen, aanstalten maken, bij elkaar komen, bijeenkomen, op de sprong staan, samenkomen, van plan zijn, zich samentrekken, zich verzamelen
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский